|
13 juli 2015 -
De business kenmerkt zich momenteel door hyperconnectivity: personen, sensoren, machines en organisaties die met alles en iedereen verbonden zijn.
Ogenschijnlijk kleine innovaties als de Apple Watch veranderen niet alleen ons dagelijks leven, maar hebben in potentie grote gevolgen voor de business. De succesvolste bedrijven zijn vaak diegenen die zich het beste aanpassen aan de nieuwe werkelijkheid. Maar is het gros van de bedrijven al zover? Ja, aldus een recentelijk onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van SAP. "Maar dat vinden ze vooral zelf," nuanceert Mark Raben, innovatiespecialist en CIO van SAP Nederland.
Niet nieuw
Hyperconnectiviteit is niet nieuw. Sommige branches hebben al een flinke revolutie doorgemaakt. Denk aan de camera-industrie, die grondig is opgeschud door de komst van smartphones waarmee gebruikers direct foto’s delen op social media. En kijk ook naar de uitgeverswereld. Online uitgeverijen en nieuwe distributiemodellen deelden flinke knauwen uit aan traditionele media.
Neus op de feiten
Maar inmiddels zit de business in een fase waarin vrijwel alle organisaties hier 'iets mee moeten'. Vooral branches die eerder hard geraakt zijn door de popularisering van het internet moeten op hun tellen passen. "Voor een branche als retail biedt hyperconnectiviteit grote kansen. Bijvoorbeeld om klanten beter te leren kennen via iBeacons. Of voor een nauwkeuriger voorraadbeheer dankzij connected sensoren. Maar juist die branches vallen ook het hardst als ze stilstaan, want de concurrent slaapt niet."
Afwachtende houding
Volgens het onderzoek ziet een meerderheid van de managers de noodzaak van verandering wel degelijk in. En gelukkig zien zij het fenomeen hyperconnectiviteit ook als een bron van kansen, en niet als een bedreiging.
De vraag is in hoeverre zij daadwerkelijk bereid zijn hun organisatie en werkwijze aan te passen. Slechts een vijfde van de managers gaf in het onderzoek aan bereid te zijn tot radicale veranderingen in hoe zij zakendoen. "Die afwachtende houding kan ze duur komen te staan," zegt Raben.
Ook zien veel bedrijven het internet nog als grote motor achter innovatie. Zelfs in de maakindustrie, terwijl juist daar mobility en het Internet of Things voor echt schokkende veranderingen gaan zorgen. Nu al. "Kennelijk vergelijken veel organisaties de innovatiesnelheid met die van de jaren '90 en '00, toen het internet zijn stempel drukte. Maar het speelveld is nu echt compleet anders," geeft Raben aan. "Morgen kan een nieuwe innovatie alles volledig op zijn kop zetten."
Concurrentie komt uit onverwachte hoek
Bovendien komt het gevaar vaak uit een andere hoek dan de business verwacht. "Bedrijven zien hun directe concurrenten nog steeds als het grootste gevaar. Maar het zijn juist kleine start-ups die de luis in de pels vormen. Kijk naar Booking.com, zij gaan als een wervelwind door de hotelbranche. Het is zelfs het meest waardevolle techbedrijf van Nederland. Dat soort bedrijven zijn niet zijn gehinderd door enige vorm van traditie, politieke spelletjes of technologische legacy. Zij zijn veel flexibeler. Ze moeten ook wel, want voor hen is ondernemen een kwestie van alles-of-niets. Het is heel gevaarlijk om voor dit soort kleinere partijen de ogen te sluiten en hun strategie niet op de voet te volgen."
Sterk leiderschap
Hoe het dan wel moet? Volgens Raben is het vooral een zaak van sterk leiderschap. "Organisaties hebben meer dan ooit krachtige leiders nodig. Mensen die echt durven te innoveren, die in twijfel durven trekken wat jarenlang common sense is geweest. Kijk naar Ford. Zij hebben met big data analytics en sensoren hun gehele business onder handen genomen. Van het stroomlijnen van hun supply chain tot en met het toepassen van eye tracking bij proefpersonen voor de beoordeling van interieurdesigns. De voorsprong die zij daaruit winnen zou anderen moeten inspireren."
| |
|---|
